Gisteren verscheen deel 1 van morele overwegingen rondom vaccineren. Vandaag deel 2. Welke morele afwegingen hebben wij gemaakt met betrekking tot vaccineren? Hoe kom je tot een keuze, en hoe weet je of dit ‘de goede keuze’ is? Ís er wel een goede keuze?
Het productieproces van vaccins
Iets wat in ogenschouw genomen moet worden als het gaat om ethiek, is het productieproces van vaccins. In een eerdere blog schreef ik er al over (zie: Schadelijke stoffen in vaccins): om vaccins te kunnen maken, is een bodem van levende cellen nodig. En helaas, maar waar, hier worden kippen-embryo’s, apen- of hondenniercellen voor gebruikt. Vanuit het oogpunt van ethiek, gemotiveerd vanuit mijn christen-zijn en mijn visie op rentmeesterschap, vind ik dat je hier op z’n minst vragen bij kunt stellen. Kun je zo omgaan met de schepping, met de dieren die God gemaakt heeft? Mogen dieren gekweekt worden, puur om als basis te dienen voor het fabriceren van vaccins?
Echter, wat ik nog veel moeilijker vind: er is ook gebruik gemaakt van een menselijke geaborteerde embryo als bodem om virussen te kweken (BMR-prik). En ja, dat grijpt mij aan. En ja, dat maakt dat ik heel hard moet zuchten.
Tegelijk weet ik: heel wat medicijnen worden op niet zo’n fraaie wijze gefabriceerd. Moet ik er dus maar afblijven? Ik weet het niet, maar moeilijk is het wel, en ik vind op z’n minst dat dit een bekend gegeven moet zijn bij ouders die willen laten vaccineren.
Egoïsme?
Het RIVM claimt dat er, door de hoge vaccinatiegraad, een ‘groepsdekking’ ontstaat: virussen krijgen weinig ruimte júíst doordat er zoveel kinderen gevaccineerd zijn. En daarom, zo is de mening van sommigen, is het egoïstisch om je kindje niet te laten vaccineren. Je ‘profiteert’ dan als het ware van alle anderen die hun kindje wel laten vaccineren, terwijl je zelf een gevaar bent voor de gezondheid van anderen.
Naar mijn bescheiden mening is dit gewoon niet waar. Vaccins raken namelijk na verloop van tijd uitgewerkt. Om de weerstand tegen het virus steeds weer te laten activeren, is het nodig om ofwel om de zoveel tijd steeds weer opnieuw een vaccin toe te dienen, ofwel om in contact te komen met het echte virus. ‘Boosteren’ heet dat. Willen mensen die gevaccineerd zijn hun leven lang baat hebben bij de vaccins, dan is het voor hen dus juist een goede zaak wanneer ze af en toe in contact komen met het echte virus. Zo blijven ze hun immuniteit beter behouden. Ik heb dus wat moeite met het roepen dat mensen egoïstisch zijn als ze hun kinderen niet laten vaccineren. Om een ethische keuze te maken voor het sociale aspect van vaccineren, vind ik dit belangrijk om mee te nemen.
Opgroeien
Kinderen groeien bij voorkeur zo op, dat ze de eerste 1,5-2 jaar bezig zijn om een goed immuunsysteem op te bouwen. Door zo jong te vaccineren als meestal gebeurt, moet een baby zich gedwongen richten op ziektes, terwijl het niet (of minder) kan werken aan de opbouw van een goed immuunsysteem. Tevens is een gevolg dat een kindje humorale afweer (met antistoffen) krijgt, in plaats van de normale cellulaire afweer (met witte bloedlichaampjes). Ik vind het een morele afweging om te maken, of je als mens in mag grijpen in zo’n groei- en rijpingsproces.
Aansluitend: virussen komen normaal gesproken binnen via de slijmvliezen. Er is dan een hele rij van natuurlijke buffers waar een virus langs komt: de slijmvliezen, het maagzuur, de darmflora. Alles in het lichaam is er op gericht het virus uit te schakelen via de normale weg. Een vaccin komt niet binnen via de normale weg, maar gaat rechtstreeks in het lichaam. Ook hier stel ik mezelf de vraag: heb je als mens de bevoegdheid om dit te doen?
En wat dan nu?
En ja, wat dan, nu je dit allemaal weet? Was het antwoord maar zo eenduidig. Is het één goed, en het ander niet? Is de ene keuze wel moreel juist, en de ander niet? Is niet-vaccineren ethisch te rechtvaardigen, en vaccineren niet? Ik durf zo’n bewering niet te doen. Mijns inziens is er geen harde scheidslijn. Het is in dit geval een echt ‘zóéken naar het goede’, lezen, overwegen, bidden, en uiteindelijk een weloverwogen keuze maken. En ik denk dat in dit geval misschien juist wel dáár het ethische aspect zit: je ermee bezig houden, bidden om wijsheid, en dan met de verantwoordelijkheid die je hebt gekregen een weloverwogen keuze maken.
Er is geen kant te kiezen
Ze maken ons wat wijs
Ze praten over zwart en wit
Maar wijsheid is vaak grijs(Stef Bos – Het midden)