Oh wat kan ik die papa’s en mama’s goed begrijpen. Die ouders over wie het gaat in Marcus 10 (of Matteüs 19 / Lucas 18). Die ouders die hun kinderen bij Jezus willen brengen, zodat Jezus zijn handen op hen kan leggen.
En oh wat kan ik de leerlingen van Jezus goed begrijpen, de leerlingen die de ouders berispen. Wat zullen ze gedacht hebben? Misschien wel wat wij ook stiekem wel eens denken: “Hallo zeg, het zijn maar kinderen.”
Maar wat een verademing hoe Jezus reageert: “Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen.” (vers 16)
Jezus zegent de kinderen
Ons gezinsmoment van deze week ging over Jezus die de kinderen zegent. We beginnen met het verven, knippen, en prikken van een klein knutselwerkje. Rondom een kindje staan Jezus en de discipelen. Het kindje staat veraf, maar terwijl je het verhaal vertelt, trek je het kindje naar Jezus toe. “Laat de kinderen bij me komen”, zegt Jezus!
We lezen het verhaal uit de kleuterbijbel “Gods verhaal – jouw verhaal” (door Max Lucado), en aansluitend kijken we het liedje:
“Laat de kind’ren tot Mij komen.
Alle, alle kind’ren.
Laat de kind’ren tot Mij komen.
Niemand mag ze hind’ren.”
Verwerking
Tot slot leggen we een groot papier op tafel. In het midden schrijft Elianne de naam ‘Jezus’. In tijdschriften gaan we op zoek naar plaatjes van kinderen. Grote kinderen, kleine kinderen. Bruine kinderen, blanke kinderen. Plaatjes van allerlei kinderen zoeken we, knippen we uit, en plakken we rondom ‘Jezus’ heen. Het helpt ons eraan te herinneren dat kinderen welkom zijn bij Jezus, en dat het koninkrijk van de hemel toebehoort aan wie is zoals zij.