December is zo’n gekke maand. Voor sommigen duurt deze maand te lang – wat kunnen mensen zich eenzaam voelen in deze tijd van het jaar. Voor anderen duurt deze maand te kort – wat zijn er veel festiviteiten en drukte. Zelf hoor ik bij de laatste categorie: december is een tjokvolle maand. We leven van het ene feest (Sinterklaas) naar het andere feest (Kerstfeest), naar het volgende feest (Oud&Nieuw). De kinderen stuiteren van suiker naar suiker. Allerlei afspraken en regelzaken moeten nog geregeld zijn voordat we de laatste bladzijde van de kalender om mogen slaan. December: een bijzondere maand.
Een gewone maandagmorgen
Het is een gewone maandagmorgen. Een gewone maandagmorgen in deze drukke maand december. En alles wat er normaal gesproken op maandagmorgens gebeurt, gebeurt ook nu: we hebben moeite om het warme bed uit te stappen, we haasten ons door het ochtendritueel, eten snel onze ontbijtpap, zorgen dat haren gekamd, jassen-shawls-handschoenen-mutsen-en schoenen aangetrokken, en rugtasjes ingepakt zijn. En daar lopen we, door de nog schemerige ochtend naar school. We hebben er flink de pas in – we zijn wat laat.
We zijn al dichtbij school. En ineens voel ik; ik voel wat er al die tijd al was, maar wat ik niet opmerkte. Ik voel dit: in mijn linkerhand een klein, gehandschoend handje. En ik voel dit: in mijn rechterhand een klein, gehandschoend handje. En ineens daalt een diepe vreugde en vrede op mij neer.
Het dringt tot mij door: de tijd gaat zó hard. Nog maar een paar kleine, korte jaren, en momenten als deze zal ik niet meer beleven – dan willen mijn kinderen niet meer hand-in-hand met mama naar school lopen. En tegelijk met het tijdsbesef dringt dit tot mij door: wat ben ik ongelooflijk gezegend dat ik dit, hier – nu – vandaag, mag meemaken.
Met een diepe innerlijke vreugde loop ik door. Voetstap voor voetstap. Handschoen in handschoen. Wat een dag.
Leer ons blij te zijn met elke dag
Het leuke van het lezen van de Bijbel in een andere vertaling dan je doorgaans doet, is dat je oog ineens op teksten kan vallen en tot verrassingen kan leiden. Aan het einde van het jaar wordt vaak Psalm 90 gelezen. Een Psalm die ik in mijn leven al tientallen keren heb gehoord, veelvuldig bepreekt heb horen worden, en die tot op zekere hoogte altijd een raadsel voor mij blijft. Diezelfde maandagmorgen lees ik Psalm 90. Dit keer in de Bijbel in Gewone Taal.
En terwijl ik lees over de veiligheid bij God, de kortheid van het mensenleven, en de (voor mij enigszins) raadselachtige woede van God, valt mijn oog op vers 12.
Leer ons blij te zijn met elke dag,
zodat we wijze mensen worden.
De vluchtigheid van het leven – precies dat wat vanochtend tot mij doordrong tijdens ons wandelingetje naar school – wordt expliciet uit de doeken gedaan in deze Psalm. En dan die opmerking als gebed naar God: leer ons blij te zijn met elke dag. Het dringt tot mij door. Misschien is dit wel het geheim: het voelen van gehandschoende handjes in de mijne. Ontvangen wat elke dag mij geeft aan geschenken, en dat dit de weg is om blij te worden.
Wanneer ik bewust aanvaard wat God mij hier en nu geeft, ontstaat er vreugde. Diepere vreugde dan ik ooit gekend heb. “Leer ons blij te zijn”; misschien gaat dat leren wel via het opmerken, het voelen, het ervaren en doorleven van dat wat er op je weg komt – mooie dingen en pijnlijke dingen beide. En misschien is dat wel de weg naar wijsheid, simpelweg omdat we precies dan ontdekken wat er echt toe doet.
Een gewone maandagmorgen in een drukke decembermaand. Levensvreugde ten top. Misschien is dit wel het geheim: het blijven voelen van twee kleine gehandschoende handjes in de mijne.