Ik verlang naar de Heer,
ik wacht op hem,
ik vertrouw op zijn woorden.
[Psalm 130 vers 5, Bijbel in Gewone Taal © Nederlands Bijbelgenootschap 2014]
Psalm 130 is een pelgrimslied, een lied voor wanneer de reis naar Jeruzalem gemaakt werd door het volk Israël. Ik vind het mooi dat die voortgaande beweging in de tekst van de Psalm op te merken en in te voelen is. Er wordt bewogen van wanhoop, naar vertrouwen en hoop; van onzekerheid en gevaar in de nacht, naar vrede en veiligheid in de ochtend. Ja, de reis moet nog deels gemaakt; maar we hoeven hierdoor niet afgeschrikt te worden, hoe duister het ook kan zijn. Want de weg (de Weg!) voert ons verder, naar Jeruzalem. En bevrijding is daar, bij het gloren van de dageraad!
Hier, op deze
plek is het
duister;
de nacht is zo vol
onzekerheid en
gevaar.
En in mijn
wanhoop kan ik zo makkelijk
verdrinken.
Maar deze reis,
op weg naar
het hemels Jeruzalem, naar Jezus,
is me één ding
aan het leren: U
kan ik vertrouwen.
Het is alsof
een reddingsboei
mij heeft bereikt;
het touw daaraan is
in
veilige handen.
En zachtjes haalt U
binnen,
langzaam maar gewis.
Ik dobber mee op
de golven van schuld en schaamte,
van mijzelf én collectief.
Ik laat het maar
gebeuren, want ik
weet,
geloof,
vertrouw:
U haalt ons
binnen
als het ochtend wordt.