Meteen ’s morgens vroeg
hebben de overpriesters
met de oudsten, de schriftgeleerden,
en heel het sanhedrin
een beraad gereed;
ze binden Jezus, brengen hem weg
en leveren hem uit aan Pilatus.
Ze voeren hem de stad uit
om hem te kruisigen.
[Marcus 15 vers 1 en 20b, Naardense Vertaling © Skandalon 2005]
Als in een diepe
duistere afgrond
stort hier
het universum ineen.
Een crash.
Liefde rimpelde over
het aardoppervlak.
Glans en glorie tooiden haar
statig. Maar nu:
Een krater.
Is het angst,
is het jaloezie?
Is het woede,
is het eigen geprojecteerde pijn?
Een wond.
===
En daar, in het diepe
diepe gat
keert het universum zich
binnenstebuiten.
Een explosie.
Liefde stroomt bloedend
naar buiten.
Volledige aanvaarding
golft er uit.
Een bron.
Het overspoelt alles,
transformeert zachtjes.
Het nodigt uit: kom
en wees erbij.
Een herschepping.