Hoe vaak gebeurt het me niet? Zo’n moment dat ik lekker even op de bank zit, bijvoorbeeld. Een schaars moment waarop ik denk een paar bladzijden uit een boek te kunnen lezen, of gewoon even voor me uit te kunnen staren. En dan, binnen een paar seconden, klinkt daar een enthousiaste stem: “Hier ben ik, mama!” En met een grote jump zit zoonlief op schoot.
Of als ik even naar toilet wil, bijvoorbeeld. Ik kan er de klok haast op gelijk zetten, of de kids hebben wel een vraag te stellen precíés in die paar tellen dat ik er niet ben. Of als ik echt heel moe ben en de dag nog niet voorbij is, en ik daarom even een paar minuten mijn ogen dicht wil doen, liggend op de bank. Dat heeft een nog sterkere aantrekkingskracht dan de zwaartekracht die de planeten in hun baan laat draaien. In mum van tijd ligt er iemand naast, op, of achter mij – met alle gevolgen van dien.
Geloofsopvoeding: een spiegel van Hem!
Ik denk hierover na, en merk hoe ik mij verwonder – en irriteer tegelijk. Ik verwonder me om dit: ik vind het prachtig dat mijn kinderen zich volop in ‘mijn’ leven durven mengen. Dat ze zich zonder gene of schroom of gevoel van teveel een plek durven toe-eigenen. Dat ze, zonder angst voor afwijzing, durven roepen: “Hier ben ik, mama!”, en bovenop mij springen, levend in de veronderstelling dat ik op hen zit te wachten, dat ik hen niet teveel vind, dat ze welkom zijn.
Wat vind ik het bijzonder om te mogen merken dat zij deze basis hebben, en dat ik op deze manier een beetje mag lijken op God. Want is Hij ook niet zo? Dat Hij niet ‘te druk’ is, om mij met open armen te verwelkomen? En dat ik dus niet hoef in te houden, maar blij en met volle zekerheid voor Hem mag verschijnen: “Hier ben ik!” Geloofsopvoeding: een spiegel van Hem!
Geloofsopvoeding: een wegwijzer naar Hem!
Tegelijk merk ik dat ik mij kan irriteren aan dit gedrag van mijn kinderen. Ik wil dan écht even rust, omdat mijn lichaam dat nodig heeft. Of ik wil gewoon voor één keer rustig naar het toilet kunnen. Of ik zit verstrengeld in eigen gedachten, en kan en wil even geen ruimte maken voor iemand anders die aandacht nodig heeft.
Ik ben beperkt; en nergens loop ik zozeer tegen dat gegeven aan, als in het contact met mijn kinderen. Ik moet hen dus soms afremmen, ‘nee’ zeggen, teleurstellen. Het hoort er allemaal bij. En hoe graag ik het in mijn idealen ook anders zou willen, wat ben ik eigenlijk blij met dit gegeven. Want wat nodigt dit uit om mijn kinderen door te verwijzen. Door te wijzen naar Degene die er écht is, altijd, overal. Degene die niet weg gaat. Nooit.
Geloofsopvoeding: ik mag Hem door mij heen laten gaan, en zo een spiegel van Boven zijn. Tegelijkertijd word ik uitgenodigd mijn kinderen verder te wijzen, eindeloos verder dan mijzelf. Hoger, verder, dieper, en oneindig rijker is daar Degene die nooit sluimert, die nooit slaapt. Geloofsopvoeding: doorwijzen naar Hem! Zodat mijn kinderen op hun roep “Hier ben ik” mogen ontdekken dat er een nog veel diepere waarheid eerst klinkt: “Zie, hier ben Ik.”
Dit blog verscheen eerder bij Power to the Mama’s, een online platform voor christelijke moeders, waar ik maandelijks blog over geloofsopvoeding.