Ik ben diep bedroefd.
En ik denk aan God,
hier bij de bronnen van de Jordaan,
hoog in de bergen in het noorden,
ver van Jeruzalem.
[Psalm 42 vers 7, Bijbel in Gewone Taal © Nederlands Bijbelgenootschap 2014]
Toen Mozes met het volk Israël in de woestijn verbleef, kwamen ze – met hevige dorst – bij de bron Mara. Deze bron bleek echter bitter, ondrinkbaar water te geven. Op aanwijzing van God gooide Mozes een stuk hout in het water; het water veranderde hierdoor in zoet, drinkbaar water waardoor men in leven bleef.
Psalm 42 (en 43, deze Psalmen horen bij elkaar) deed me hieraan denken. Onrustig kun je zitten bij een bron van verdriet in je leven. Het kan zo overweldigend zijn dat je het gevoel hebt te vergaan. Misschien nodigt God ons uit om opnieuw een stuk hout in het water te gooien: kruis-hout. Om te ontdekken dat Jezus wonderlijk ín het lijden aanwezig is. En dat verandert een bittere bron in een bron van leven.
Soms moet je
terug naar
daar,
waar pijn ontstond.
Het is als bulderend
geraas, verpletterend;
het breekt
alles af.
Je denkt niet meer
te kunnen bestaan,
zo alles overweldigend is dat
geraas.
Totdat je uitkomt
bij
de bron
die opwelt.
Daar komt een opening voor
een stukje hout,
en plots verandert bitter water in
een zoete stroom.