Alle volken verlangen naar zijn komst.
[Matteüs 12 vers 21, Bijbel in Gewone Taal © Nederlands Bijbelgenootschap 2014]
[Monday Moment in de serie over het Matteüs-evangelie]
Matteüs haalt in dit stukje van zijn evangelie een profetie aan van de profeet Jesaja, die eindigt met de woorden: ‘Alle volken verlangen naar zijn komst.’
Het is advent; we leven toe naar het kerstfeest, het herdenken van de geboorte van Jezus. En wat Matteüs hier beschrijft, in de oude woorden van Jesaja, haakt aan. Het roept een diep verlangen wakker: om recht – zacht en rustig; om geduld, voorzichtigheid, en goedheid en eerlijkheid. Ja, dit haakt aan in mijn hart; er worden woorden gegeven aan een sluimerende hoop. Een hoop die ik ontrafel in mijn eigen hart, en die – bewust of onbewust – bij velen wakker geroepen mag worden vanuit de duistere schuilkelders of stoffige zoldertjes van ons hart, waar we het weggestopt hebben door ervaringen van het tegenovergestelde: door onrecht, door slechtheid, door ruwheid, of uit zelfbescherming. Het is advent; die stille hoop mag wakker gefluisterd worden, een licht mag er op schijnen. Want dit is het waar ‘alle volken’, zo ook ik, ten diepste naar verlangen. Hij is het. Jezus, Immanuel.
Immanuel, God met ons,
U bent er al
maar komt ook nog,
met volheid van leven.
Bij U is het goed,
bij U is het veilig;
U stuurt mij niet weg
maar nodigt verlangend.
U maakt niet kapot,
U breekt mij niet af;
maar U bent voorzichtig,
geduldig en trouw.
Nergens voel ik mij zo
veilig als bij U;
U geneest mijn hart
zodat ik Uw liefde kan ontvangen.
Vol verlangen en diepgaande hoop
sta ik op de uitkijk
naar U:
Liefde in Persoon.
O kom, o kom Immanuel!
Monday Moments zijn eenvoudigweg gedachten die ik opschrijf na het lezen van een Bijbelgedeelte.
© zoekennaarhetgoede.nl