Wie zetelt in het geheim van de Hoogste,
in de schaduw van de Geweldige
overnacht,
zegt tot de Ene:
mijn toevlucht en mijn bastion,
mijn God:
ik weet mij veilig in hem.
[Psalm 91 vers 1-2, Naardense Vertaling © Skandalon 2005]
Angst, wie is er niet mee bekend? De een uiteraard meer dan de ander, en bij vlagen krijgt het ook mij behoorlijk in z’n greep. Angst kent soms zoveel uitingsvormen. Op één of andere manier heb ik dat stemmetje in mijn hoofd gekregen dat zegt: je mag niet bang zijn. Sterker nog, het is een stemmetje met een theologische lading, waardoor ‘angst’ voelt als falen, als zonde, als iets om je voor te schamen.
Het gebeurt heel regelmatig dat er Psalmen worden aangehaald als ‘belofte’ waarom je niet bang zou hoeven zijn: omdat God uitredt, helpt, beschermt, je leven zal sparen, etc. Ik vraag me af of dit recht doet aan het genre van de Psalmen. Psalmen zijn niet geschreven als beloftes; ze zijn geschreven als liederen waarin mensen hun gevoelens, wensen, verlangens en hun soms weifelend, soms vast geloof uitzingen/roepen naar de Levende.
Wanneer ik Psalm 91 lees, dit keer in de Naardense Vertaling, valt mijn oog op vers 13. In veel andere vertalingen is het grondwoord vertaald met het ‘vertrappen’ van leeuw en slang. Overwinning, dus. En ja, dat zit er volgens mij helemaal in. Maar door de wijze waarop de NV het vertaald – Over leeuw en adder voert je weg – valt mijn oog ineens op de normaliteit ervan. Onze weg hier op aarde gáát eenvoudigweg over paden die beangstigend zijn. Ja, we zullen daar overheen moeten én komen, maar dat neemt nog niet weg dat het angstig is! Ja, natuurlijk zijn wij, kleine afhankelijke mensen op een kleine plek in een onmetelijk heelal, soms bang. Dat mag bestaan: het is niet altijd nodig, maar het mag wel; daarvoor is ruimte. En daar, dan toch, ontdekken we dragende Handen.
Ik zou zo graag nu schrijven, HEER, dat dit zo is, en ik het leer: vertrouw op Hem en je bent veilig. Maar HEER, U weet het - en dit voelt onheilig - dat ik het moeilijk vind dit te geloven. De Psalmen zijn ook niet bedoeld om te belóven. 'Qui habitat' - het wordt ervaren door de auteur, ondanks gevaren. Op andere momenten schreef hij duisternis; hij weet wel dat het leven niet zo simpel is. Mijn angst, die hoef ik niet vertrappen, er staat dat ik op leeuw en slang zal stappen! Wanneer ik lees en mij dat raakt, mijn weg hier wordt niet makkelijk gemaakt. Maar daar doorheen brengt U mij thuis, U leidt mij op de weg naar huis. Op handen steeds gedragen, hier ben ik met mijn vragen.
1 reacties
[…] In een eerdere post schreef ik al eens dat mensen Psalmen soms lezen als ‘beloftes’. Maar Psalmen zijn geen […]