“Schrijf een bericht naar Joël, maar schrijf het in spiegelbeeld,” fluister ik Elianne in. “Schrijf een bericht naar Elianne, maar gebruik het geheimschrift a=1, b=2, enz,” krijgt Joël zacht te horen. En ze gaan aan de gang; om een bericht naar elkaar te schrijven wat de ander niet zomaar kan lezen. Een geheim bericht dat je alleen kunt lezen als je ‘de code’ weet. Dit is een leuk geheim, het geeft plezier.
Geheimen
We praten door over geheimen. Over dat er heel veel leuke geheimen zijn – zoals bijvoorbeeld dat wat nu actueel is: wie zou nou wie getrokken hebben met de lootjes voor het Sinterklaasfeest? Die geheimen geven een ‘ja-gevoel’ (we pakken het ‘stoplicht’ uit een eerder gezinsmoment er weer bij ter visualisatie). Maar er zijn ook geheimen die helemaal niet leuk zijn; sterker nog, die zelfs heel erg akelig zijn. Geheimen die een ‘nee-gevoel’ geven. We lezen de bladzijden over ‘Geheimen’ uit het boek Wonderlijk en Waardevol. Bij al de genoemde voorbeelden geven de kids aan of dit hen een ‘ja-‘ of een ‘nee-gevoel’ geeft. We praten over het belang van het vertellen van nare geheimen, vertellen tegen mensen die je vertrouwt.
We slaan de bladzijde om en lezen direct door over ‘goede en foute plaatjes’. Over de keuzes die we hierin zelf kunnen maken. Maar dat het je soms ook overkomt en dat ook kan voelen als ‘een geheim met een nee-gevoel’. Dat ook hierbij het zo belangrijk is om het te delen met mensen die je vertrouwt, omdat het in je eentje ronddragen van een geheim veel te zwaar is.
Samen
We doen een opdrachtje om het belang van vertellen en delen te ervaren. Een lege rugzak gaat om de schouders van één van de kinderen. We vertellen dat die rugzak eigenlijk symbool staat voor je leven. Je kunt er prima mee rondlopen, je hebt er geen last van. Maar, vertellen we verder, nare geheimen zijn eigenlijk een soort zware ballast die je met je mee zeult. We stoppen een blok hout in de tas (een baksteen werkt ook prima). Dat is al wat zwaarder maar nog wel te doen. Steeds meer blokken stoppen we in de tas; nare geheimen met je meedragen, is heel akelig. Je kunt de tas op zich nog wel tillen, maar als je bedenkt dat je die tas dag en nacht, bij alles wat je doet, om moet hebben? Dat is écht níét fíjn; en ook helemaal niet de bedoeling.
Maar wat als je nare geheimen nu vertelt tegen iemand die je vertrouwt? Dan is het nare geheim er nog steeds. Maar dan kun je het wel sámen dragen en wordt je last lichter – we halen één voor één de blokken er weer uit, wat een opluchting!
In de wereld
Twee teksten uit de Bijbel pakken we erbij. Als eerste lezen we Johannes 17 vers 15, dat vers waar Jezus dit bidt: “Vader, ik vraag u niet om mijn leerlingen uit deze wereld weg te halen. Ik vraag U om hen te beschermen tegen de macht van het kwaad.” Om vervolgens Spreuken 27 vers 12 te lezen: “Verstandige mensen beschermen zichzelf tegen gevaar, maar onverstandige mensen zien geen gevaar en worden gestraft.” Ja, het kwaad in deze wereld is reëel. We bidden tot God en proberen zelf in wijsheid keuzes te maken, vertrouwen en verantwoordelijkheid.
We slaan de bladzijde om en komen bij het laatste hoofdstuk uit het boek (omdat de 3 laatste hoofdstukken vergelijkbare thema’s hebben, behandelen we die hoofdstukken in 1 keer). ‘Hulp nodig?’ heet dat hoofdstuk. Over dat je áltijd hulp mag vragen aan betrouwbare mensen. Over welke ‘hulp-bronnen’ er zijn (wij als ouders, familieleden, de vertrouwenspersoon op school, de kindertelefoon, bijv.). En ook 112 in geval van acute nood. Om de zelfredzaamheid van onze kinderen te vergroten, oefenen we met het bellen naar papa en/of mama, en naar 112: hoe doe je dat laatste, welk adres geef je door, wat zeg je aan de telefoon?
Met deze toch wel zware thema’s sloten wij net voordat de adventsperiode begint het boek Wonderlijk en Waardevol af. Ik heb het als ‘wonderlijk en waardevol’ ervaren om deze thema’s zo openlijk te mogen bespreken met onze kinderen, in een tiental gezinsmomenten. Hoe mooi om te horen dat ook andere gezinnen hiermee aan de slag zijn gegaan. Gebruik onze momenten gerust ter inspiratie. Want wat vind ik het belangrijk dat onze kinderen leren om van anderen en van zichzelf te houden, om grenzen van anderen en van zichzelf serieus te nemen, om God te ontdekken en te eren met je lichaam. Incarnatie, een begrip dat binnen de theologie mijn hart sneller doet kloppen – mooi om daar een klein beetje handen en voeten aan te kunnen geven in onze gezinsmomenten.