Vaccineren – de rijping van het immuunsysteem

Deze blog ben ik eigenlijk begonnen vanwege onze zoektocht naar het wel of niet vaccineren van onze kinderen. Redenen die ik eerder noemde waarom wij onze kinderen (nog?) niet hebben laten vaccineren, zijn:

• Een andere visie op gezondheid;
• De rijping van het immuunsysteem;
• Schadelijke stoffen (gifstoffen) in vaccins;
• Mogelijke bijwerkingen van vaccins;
• Morele afwegingen

De eerste reden had ik al eens uitgewerkt; de komende tijd ga ik me weer eens verdiepen in het wel of niet vaccineren, en hoop ik de andere motieven uit te diepen. Vandaag een blog over de rijping van het immuunsysteem, en waarom dat ons heeft doen besluiten niet te laten vaccineren.

Wanneer een baby wordt geboren, is het immuunsysteem nog onrijp. Het heeft nog tijd nodig om tot optimale ontplooiing te komen. Er zijn verschillende geluiden hoe lang dit precies duurt; maar zeker is dat de rijping duurt tot ergens tussen het 1e en 2e, of zelfs ná het 2e levensjaar van het kind (laten we voor het gemak uit gaan van 1,5 jaar).

In deze 1,5 jaar is het kind bezig om een immuunsysteem op te bouwen. In eerste instantie gebeurt dit optimaal door een normale vaginale geboorte (de darmflora van het kindje krijgt dan de goede darmkolonisatie), en door borstvoeding. (En uiteraard spelen er meer factoren een rol.) Mijns inziens is het belangrijk om het kindje deze 1,5 jaar de tijd te geven om rustig te kunnen werken aan de optimale vorming van het immuunsysteem. Het kindje heeft er zijn/haar leven lang profijt van wanneer de algehele weerstand zo goed mogelijk is.

Baby’s worden in ons land doorgaans gevaccineerd vanaf ongeveer 2 maanden. Maar door zo jong al te vaccineren, wordt het immuunsysteem gedwongen om zich bezig te houden met afweer tegen virussen. Hierdoor komt het niet, of minder, toe aan de opbouw van het ‘normale’ immuunsysteem. (Bron: ‘Vaccineren, kan het ook anders?’, door T. Schaper)

Wanneer het immuunsysteem van een kindje nog niet rijp is, en er virussen binnen komen door middel van vaccinaties, kan het kind hier moeilijk blijvende immuniteit tegen opbouwen. Dat is één van de redenen waarom er zo veel vaccinaties gegeven moeten worden. Wanneer je later begint met vaccineren, heb je dus minder vaccins nodig om tot hetzelfde resultaat te komen. Bovendien: als je kindje al wat ouder is, is de kans op ernstige infecties van bepaalde ziektes zo klein, dat deze vaccins komen te vervallen (in elk geval Hib en Pneu zijn niet meer nodig na het 2e levensjaar). Minder vaccins per kind zou zeker wenselijk zijn, gezien de stoffen die een vaccin bevat (maar daarover in een volgende blog meer).

Nog een voordeel van later beginnen met vaccineren, is dat je je kindje veel beter kent. Met 2 maanden weet je echt nog niet precies hoe je kindje op alles reageert. De mogelijke bijwerkingen van een vaccin zijn dan ook veel moeilijker te ontdekken dan wanneer je kindje ouder is. Is je kindje al groter, dan weet jij als ouder veel beter wat ‘normaal’ gedrag is voor jouw kindje, of hoe je kindje reageert op ziektes. Je kunt dan veel beter onderscheiden wat mogelijke gevolgen zijn van het gegeven vaccin. (Bron: ‘Vaccinaties doorgeprikt’, door C. Buis)

De vorming van het immuunsysteem kost een kindje natuurlijk veel energie (naast uiteraard de enorme groei die baby’s doormaken, en alles wat ze leren/zien/horen). De zorg voor voldoende rust, gezonde voeding, etc, lijkt me op zo’n jonge leeftijd dan ook veel wenselijker dan het geven van vaccins.