Samuël. Dat betekent: ‘van God gebeden’. Zijn moeder, Hannah, had hem ‘van God gebeden’, en bracht hem op jonge leeftijd naar de tempel om daar God te dienen. Samuël hoort daar de stem van God die hem roept, maar hij weet nog niet dat het de stem van God is. In ons gezinsmoment staan we daarbij stil.
We beginnen ons gezinsmoment met het bekijken van de geboortekaartjes van Elianne en Joël. Ook kijken we naar de betekenis van hun naam. Elianne: de HEER is mijn God. Joël: de HEER is God. We staan even stil bij het wonder van het leven van onze kindjes. Ook wij hadden God gebeden om kinderen; zwanger worden ging niet zomaar vanzelf. Maar na jaren wachten kregen we hen toch. Wat een cadeau, destijds voor Hannah, en nu voor ons!
We lezen het verhaal, over Hannah en Samuël, en over Samuël en Eli. Of eigenlijk: over Samuël en God. Samuël hoort een stem roepen, en denkt dat het Eli is, maar het is God.
We doen een raadspelletje met luisteren. Via de dictafoon op onze smartphone spreken we allemaal iets in (uhm allemaal? Joël vind het nog wat lastig 🙂 ). Daarna luisteren we dit in willekeurige volgorde terug, en moeten we raden van wie de stem is. De conclusie die we hieruit trekken: je moet iemand kennen, om te weten welke stem bij iemand hoort. Oftewel: als je God kent, weet je beter welke stem bij Hem hoort, en welke niet.
Om dat te concretiseren, leggen we 2 papieren op tafel: 1 mooi rood hart, en 1 zwart lelijk vel. Ook liggen er 10 kleine briefjes, met daarop 10 uitspraken. We lezen steeds 1 uitspraak voor. Als het hoort bij wat God tegen ons zegt, dan plakken we het op het hart. Als het een leugen is (en we er dus niet naar zouden moeten luisteren), plakken we het op het zwarte vel.
Deze 10 uitspraken hebben wij gekozen:
- Jij bent stom
- Jij bent ongelooflijk wonderlijk gemaakt
- Jij bent lelijk
- God houdt van jou
- Niemand houdt van jou
- Je mag Gods hand vasthouden
- God is jouw Vader
- Jij bent heel onbelangrijk
- Jij kunt helemaal niks
- Je bent nooit alleen
We hebben nu een vel papier met woorden die wél van God zijn, en een vel papier met woorden die niet van God zijn. Het rode hart met woorden van God bewaren we. Het zwarte vel staat vol met leugens, daar luisteren we niet naar. Om dat te symboliseren, doen we een wat Elianne wel erg spannende activiteit vindt: we verbranden het zwarte papier.
Tot slot luisteren we nog een liedje, “Je bent bijzonder, o ja!” (Opwekking Kids 135).