Wanneer ik door de achterramen van ons huis kijk, zie ik een boom. Een boom die voor mij bijzonder is. Een boom die mijn herinneringen wakker roept – jaar na jaar.
De boom staat daar. In de zomer krachtig met haar volle bladerkroon. Daarna goudgeel en glanzend, maar breekbaar. Wanneer de tijd verstrijkt naakt en kwetsbaar. Tot er weer, heel voorzichtig, een groene mist rond de boom ontstaat en kleine stippeltjes felgroen tevoorschijn komen.
Elianne en Joël zijn bijna tegelijk jarig. Hun verjaardagen liggen maar zo’n 1,5 week uit elkaar. Allebei werden ze geboren in hetzelfde jaargetijde. En bij beide was daar de boom.
Elianne
Zwanger van Elianne zat ik vaak in de schommelstoel. Ik keek uit het raam, en zag de boom. Ik zong voor Elianne, zegende haar. Buiten groeide de boom. Eerst voorzichtige groene stipjes, tot ze groter en groter werden en ze open groeiden tot volle groene bladeren. Ik keek en zag. Ik wachtte. Ik verwachtte. Elianne zou komen wanneer de boom volop in bloei zou zijn. En ik zong; en ik zegende.
Elianne kwam, en ik keek niet meer naar de boom. Elianne was veel mooier om naar te kijken.
Joël
Twee jaar later was ik zwanger van Joël. Heel wat minder vaak zat ik in de schommelstoel. Maar als ik naar buiten keek was hij daar: de boom. De boom die opnieuw een zelfde proces doormaakte, de boom die opnieuw in volle bloei zou staan wanneer onze kleine schat geboren zou worden. De boom, die mij deed hopen en verwachten. Die voor mij een herinneringsteken was aan “hoe lang nog”. Die mij liet zien: “voor alles is een tijd”.
Joël kwam, en ik keek niet meer naar de boom. Joël was veel mooier om naar te kijken.
Jezus en de boom
Vijf jaar kijk ik nu naar die boom. Jaar na jaar bloeit de boom langzaam open. Seizoen na seizoen herinner ik mij de tijd van verwachten, de tijd van uitzien naar het ontvangen van onze kostbare schatten, het hopen, het liefhebben.
En ik bid. Oh God wat bid ik.
Mag ik zo zijn als die boom – krachtig, glanzend, breekbaar en kwetsbaar?
Mag ik zo zijn als die boom – weten dat het niet om mij gaat, maar dat ik wel een herinnering mag zijn aan iets veel mooiers?
Mag ik zo zijn als die boom – mag Elianne naar mij kijken, en hopen op Jezus?
Mag ik zo zijn als die boom – mag Joël mij zien, en Jezus verwachten?
Mag ik zo zijn als die boom – en mag ik dan de genade krijgen, dat ze – als ze Jezus zien – niet meer naar mij kijken maar naar Jezus en naar Jezus-in-mij?
Mag ik zo zijn als die boom – die jaar na jaar, seizoen na seizoen, herinnert aan liefde? Aan thuiskomen? Aan ontvangen?
Ik zit voor het raam in de schommelstoel. Ik kijk naar buiten en zie. “Want hij zal zijn als een boom (Psalm 1).”
3 reacties
Dank voor dit woord over de boom; de Boom weerspiegelt God voor mij.
Bedankt, Nettie; wat leuk dat je reageert!
[…] mooie graadmeter waren voor hoelang het nog zou duren (ik schreef daar eerder eens over, zie: De boom). Dit jaar ging het anders. Waar onze oudste twee kinderen geboren werden toen de boom in volle […]