Biologisch eten – praktisch (deel 2)

Biologisch eten: eerder beschreef ik waarom en hoe wij dat doen. Een reactie van anderen is niet zelden een verbaasde uitroep: ‘Dat is toch heel duur?’ Of: ‘Dat kunnen wij niet betalen hoor.’ En nee, je hoort mij niet zeggen dat biologisch eten goedkoper is, helaas niet. En nee, als je werkelijk waar geen geld hebt voor je eerste levensbehoeften, dan is biologisch eten misschien niet realiseerbaar. Maar anders is er meer mogelijk dan je denkt! Vandaag deel 2 in de tweeluik: biologisch eten, hoe doe je dat? Nu de financiële kant van het verhaal. Opnieuw een blogje over hoe wij dit doen.

1. Als eerst een heel simpele overweging: eet minder. Wat je niet eet, hoef je ook niet te kopen. Wij eten bijvoorbeeld minder vlees (vlees heeft een enorme ecologische voetafdruk, en is bovendien niet erg gezond). Maar ook minder brood. Vaak koop ik biologisch zuurdesembrood. Eén snede van dit brood, vult op zijn minst net zoveel als 2 of 3 sneden van ‘supermarktbrood’. Je hoeft dus minder brood te eten/kopen (én minder beleg). Hiermee verdien je weer een deel van de kosten terug.
2. Compenseer met andere dingen. Het kopen van biologisch voedsel ging bij ons ongeveer tegelijkertijd op met het afnemen van het gebruik van producten voor lichaamsverzorging en schoonmaakmiddelen (hier heb ik goede alternatieven voor gevonden, mijn plan is daar later nog eens over te bloggen). Dit scheelt zo enorm veel qua kosten, dat we dit vrijgekomen geld kunnen gebruiken om biologisch eten te kopen. Een win-win situatie dus.
3. Stel prioriteiten. Je kunt je geld maar één keer uitgeven. Je kiest zelf waaraan je dat wilt doen. Wij kiezen er voor om heel bewust te investeren in gezonde voeding die ecologisch gezien minder nadelige impact heeft.
4. Eet eventueel ‘selectief biologisch’. Sommige producten bevatten veel meer schadelijke stoffen dan andere producten. Zo zitten bijvoorbeeld appels, aardbeien, sinaasappels, druiven en sla (om er maar een paar te noemen) vol met chemische pesticiden. Andere producten, zoals bloemkool, asperges, of avocado, bevatten veel minder resten van bestrijdingsmiddelen. Je kunt dus een deel van je voeding (de meest vervuilde dingen) biologisch kopen, de rest niet-biologisch. Tip: op de site Weet wat je eet staat een groente- en fruit wijzer en een gifmeter.
5. Houd de lange termijn voor ogen. Investeren in goede voeding nu, is investeren in je gezondheid (met in de toekomst wellicht minder ziektekosten, alhoewel ik daarbij wel wil opmerken dat ik niet geloof dat de wereld zo ‘werkt’).
6. Bestrijd niet ‘het gevolg’, maar ‘de oorzaak’. Misschien geef je wel giften aan organisaties als Greenpeace, Natuurmonumenten, of Oxfam Novib, e.a. Deze organisaties bestrijden in principe de gevolgen van onze (te) luxe levensstijl. Mooi werk, keihard nodig, en als je kunt – zeker blijven steunen! Maar je kunt ook proberen op zo’n manier te leven dat deze organisaties overbodig worden. Kortom: je kunt er voor kiezen om aan symptoombestrijding te doen, of je kunt er voor kiezen je geld te investeren in goede, eerlijke, duurzame voeding. (Of allebei, uiteraard.)
   (Hetzelfde principe geldt op lokaal niveau: investeer je in voeding met duurzame landbouwmethoden, dan is er op termijn minder overheidsgeld nodig om met vervuiling van water/lucht/grond om te gaan.)

Biologisch eten duur? Ik zou zeggen: ja en nee.
Ja: een ‘los’ product kost meer geld dan een niet-biologische alternatief.
Nee: wanneer je bewust omgaat met je inkopen/uitgaven, hoef je netto niet duurder uit te zijn. En daarbij: het is een goede, duurzame investering.

Zijn er meer ‘biologische eters’? Hebben jullie tips/aanvullingen? Ik hoor het graag!